Beschrijving van Het Steen en De Burcht ANTWERPEN 1 (centrum) in ANTWERPEN / BELGIË:Het Steen in Antwerpen is een klein kasteeltje in het centrum aan de oever
van de Schelde. Het dankt zijn naam aan het feit dat het (toen men nog in hout bouwde) één
van de eerste stenen gebouwen van de stad was.
Het Steen is doorheen de geschiedenis vaak gerenoveerd en aangepast. Origineel was het
wellicht een stuk van de vestingswal rond de 13e eeuwse stad. In 1520, onder het bewind van
Karel V, werd het gerenoveerd door de architecten Keldermans en De
Waghemakere. De kapel, boven de ingang, dateert uit die periode. Het draagt het motto
van Karel V: 'Plus Outre'.
Bij de ingang staat in de muur een beeld van een man met zijn
benen gespreid, Semini genoemd. Origineel had dit beeld ook een lange penis. Daardoor werd
het door vele vrouwen vereerd bij vruchtbaarheidsproblemen. De 17e eeuwse
Jezuïten vonden dit beeld te obseen... en dag penis!
Johan De Bock: 'Semini is ouder dan het Steen- het was een Keltisch afgodsbeeldje -
inderdaad de god van de vruchtbaarheid. Vrouwen die zwanger wilden worden, moesten hem eens
strelen... Waarschijnlijk vonden de jezuieten dat een bepaald stukje wat àl te gepolierd
werd...'
Lange tijd (van 1549 tot 1823) deed het Steen dienst als gevangenis. Van 1862 was het
Archeologisch museum er gevestigd. In 1889-1890 werd het opnieuw gerenoveerd,
waarbij een Neo-gotische vleugel werd toegevoegd. Ondertussen is het
Scheepvaartmuseum er verdwenen (zit nu in het MAS).
Sinds 1952 was het Nationaal Scheepsvaartmuseum er gevestigd. In de oude
stockagehangars van de 19-e eeuwse haven kan je ook een aantal schepen zien die eigendom
zijn van het museum.
Geert De Vriese: 'Het Steen is al geruime tijd gesloten als nationaal scheepvaartmuseum.
Een alternatief is er niet meer. Een aantal personen streven naar de heroprichting van een
maritiem museum, tot nu toe met weinig succes. Als het MAS zal openen zal een deel van de
oude collectie van het Steen daar te zien zijn. ' Achiel Vilain: 'Het bronzen beeld met
gespreide benen is Lange Wapper, de legendarische plaaggeest die de Antwerpenaars de stuipen
op het lijf joeg. In dit geval de twee dronkelappen die voor hem staan.Vervaardigd door
beeldhouwer Albert Poels, begin jaren '60.Het sterk verweerde stenen beeldje van Semini
bevindt zich vlak boven de spitsboog van de ingangspoort.' ronny severens: 'beste, ik meen
eerder gelezen te hebben dat het steen zou gebouwd zijn op een fort van de noormannen. het
zou zo zijn dat je het verschil in stenen nu nog kan zien. dat de onderste steenlaag nog
van het origineel fort zou zijn. daarna zou het steen in de middeleeuwen tot deels hotel en
deels gevangenis verbouwd zijn misschien is dit een fabel maar ik heb het eerder zo gelezen
' Nvdr. Wie kan dit bevestigen of ontkennen? Tom Coenen: '@ronny severens: het klopt dat
er aan verschil is in de bovenbouw en onderbouw van het gebouw. De bovenste laag zou van de
zestiende eeuw zijn. Ten tijde dat Karel de V het Steen vernieuwde.
Dat het Steen deels als hotel en deels als gevangenis functioneerd klopt ook een heel
klein beetje.
Het Steen functioneerde in de middeleeuwen vooral als gevangis. Men kon
als men rijk was
een kamer huren in het steen met alle mogelijke faciliteiten. Daarom dat men waarschijnlijk
spreekt van het Steen als gevangenis'
Frits Schetsken: 'Maak eerst een onderscheid tussen de burcht en het Steen. De burcht was
een terrein, omgeven door muren met torens en een gracht, waartoe enkele poorten toegang
gaven. Op hoofdfoto zie je een restant daarvan: drie halfronde torens en de Steenpoort met
nu een hellende oprit, maar eertijds een brug over de burchtgracht. De vierkante
toren op de
achtergrond is van veel latere datum. En de kantelen op de voorste toren, plus
de bekroning
van de poort met zeven kleine boogjes en bovenop vlaggen dateren van een 19de-eeuwse
schoonheidoperatie (zie foto 6 rij 1 van het schilderij voor vroegere toestand).
Het Steen was de woning van de markgraaf die aan de binnenzijde tegen die burchtmuur was
gebouwd en die je het best ziet op foto 4 van rij 1. Een markgraafschap was een grensgebied
– denk aan markeren – in dit geval de internationale grens tussen het Duitse Rijk en
Frankrijk, de rivier de Schelde. De markgraaf, of markies, kon dus vanuit zijn ramen het
buitenland zien liggen, Vlaanderen ressorteerde onder de Franse koning en de linkeroever was
een vooruitgeschoven steunpunt richting grondgebied van de Duitse keizer, vandaar dat het
daar lang Vlaams Hoofd heeft geheten.
Maar de geschiedenis van de plek begint eerder, bij de Gallo-Romeinen, die hier al een
nederzetting hadden waar een uitloper van een heuvelrug in de rivier eindigt. Opgravingen in
de jaren 1950-’60 hebben daarvan bewijzen gevonden. Langs die nederzetting zijn diverse
missionarissen gepasseerd, onder andere Willibrordus, zodat er ook een kerkje was. Maar in
836 hebben de Noormannen een verwoestende raid op die bewoningskern gehouden, waarna enkele
decennia nadien begonnen is met de aanleg van een verdedigingswal, het begin van de burcht.
Als Otto I in 962 keizer wordt van wat later het Heilige Roomse Rijk wordt genoemd, moedigt
hij de aanleg van versterkingen langs de Schelde aan, om zijn rijksgrens te verdedigen tegen
aanspraken van de Vlaamse graven. Naast Antwerpen ontstaan zo ook burchten bij Weert
(Bornem) en Ename (Oudenaarde). Tussen 973 en 980 wordt een hogere aarden wal aangelegd en
wellicht ook al een ringgracht. Vanaf 1225 wordt die wal vervangen door een stevige
burchtmuur van Doornikse steen – het donkere onderste muurstuk dat je op de grote foto ziet.
Die muur maakte een grote halve cirkel terug naar de Schelde. Daarbinnen ontwikkelt zich de
oudste kern van Antwerpen, die bij de rechttrekking van de Scheldekaaien eind 19de eeuw
vrijwel volledig wordt afgebroken. Al in 1446 komt een door Filips de Goede ingestelde
commissie tot de slotsom dat het Steen flink aan het vervallen is en in 1481 wordt de
burchtmuur grotendeels gesloopt op het gedeelte langs de rivier en tegen het Steen na – er
zijn intussen al vier vergrotingen van de stadsmuur geweest. In 1883 wordt het Steen met
bijbehorend stukje burchtmuur gespaard voor afbraak met één stem verschil bij de
gemeenteraadsstemming.
’s Heeren Steen, zoals het huis van de markgraaf ooit werd genoemd, fungeert ook als huis
van bewaring voor lieden die nog door de vierschaar – een rechtbank in openlucht –
veroordeeld moeten worden, of die worden vastgehouden tot losgeld voor hen is betaald. Een
gevangenis zoals we die vandaag kennen is het niet, want in die dagen werd je niet voor
langere tijd opgesloten als straf, maar werden lijfstraffen toegediend, soms de doodstraf,
of werd je een tijdlang weggestuurd uit de stad, te voet op bedevaart naar Santiago de
Compostella bijvoorbeeld. Bekentenissen werden eventueel met behulp van foltering verkregen
en dat kon wel in het Steen gebeuren. Pieter Pot en Elisabeth van Wijneghem waren twee
weldoeners die regelmatig voedsel schonken aan minder begoeden, die opgesloten werden in het
Gemeensteen, terwijl de beter gesitueerden in de Poorterskamer mochten verblijven. Pieter en
Elisabeth zijn vereeuwigd op twee ingemetselde stenen op de binnenplaats en het
roggeverdoemeke – een broodje met krenten – dankt zijn naam aan hen en is vandaag bij enkele
Antwerpse bakkers nog te koop.
Keizer Karel V laat in 1520 het Steen verbouwen naar een ontwerp van Domien de
Waghemakere en Rombout Keldermans, twee toppers van toen. Alleen de onderbouw van Doornikse
steen laten ze deels overeind, daarop komt een 16de-eeuwse zandstenen bovenbouw, de lichtere
muurdelen op de foto’s. Het Steen krijgt nu een kapel (foto 1 rij 1) met daarop in verguld
beeldhouwwerk het Habsburgse wapen van Karel V (midden), geflankeerd door twee Bourgondische
gekruiste vuurslagen (ijzeren staven die vonken schieten, waarmee tondel aangestoken kan
worden) met Karels devies Plus Oultra (Steeds Verder). Boven de poortingang de kleinere
wapens van Antwerpen, het markgraafschap Antwerpen en het hertogdom Brabant. In 1549 schenkt
Karel het Steen, dat tot dan toe een staatsgebouw is geweest, aan de stad Antwerpen.
Het Steen staat eeuwenlang niet zo geïsoleerd als vandaag, het wordt door allerlei gewone
huizen ingesloten. Wanneer het gebouw vanaf 1823 niet langer als gevangenis dient, wordt het
drie jaar lang gebruikt als tehuis voor invalide soldaten en in 1827 wordt
het opgeëist door de regering der Verenigde Nederlanden onder koning Willem I. Die verkoopt
het aan een houtzagerij. In 1842 koopt de stad het gebouw terug. In de kelders gaan nu de
visverkopers van de vismarkt, die zich dan vlak voor het Steen afspeelt, hun koopwaar drogen
en in het huis wonen enkele gezinnen. Wanneer Pieter Génard in 1862 als lid van de
Koninklijke Commissie van Monumenten voorstelt om een oudheidkundig museum op te richten,
blijkt het Steen daarvoor de ideale plek en wordt daar zo’n museum op 14 augustus 1864
geopend. Na de ontmanteling van het Steen bij de rechttrekking van de Scheldekaaien bouwen
architecten Gustave Royers en Ferdinand Truyman er in 1889-1890 een nieuwe vleugel aan in
zogeheten villastijl. Daar hoort ook de vierkante donjon bij (foto 5 rij 1), die
aanvankelijk als portierswoning is bedoeld, maar later als Boekentoren voor het archief
wordt gebruikt. Via een luchtbrug is hij met het Steen verbonden. Een gevelsteen waarop het
Antwerpse stadswapen, met acht zogeheten geluksrozen, wordt geflankeerd door een man en
vrouw in middeleeuwse kleding en verbeeldt de welvaart van de Scheldestad. De bijna naakte
Wildeman en Wildevrouw die eigenlijk dat stadswapen flankeren, gaven kennelijk niet het
gewenste imago. Het kruisbeeld op deze foto stond oorspronkelijk buiten de Steenpoort op de
brug over de gracht, dus boven het water, zoals vaak met dit soort kruisbeelden of
calvariebergen het geval is. Naar verluidt zouden de veroordeelden hier hun laatste kans
hebben om samen met een geestelijke de gebeden der stervenden op te zeggen.
In de loop van zijn bestaan, groeit de collectie van het Museum voor Oudheden alsmaar aan
en verhuist een deel naar het Vleeshuis, terwijl de collectie rond scheepvaart in het Steen
blijft. Uiteindelijk wordt het museum daarom in 1952 tot Nationaal Scheepvaartmuseum
omgedoopt. Daar hoort weer een nieuwe verbouwing bij, waarbij een deel van het werk van
Royers en Truyman er weer aan moet geloven om plaats te maken voor een moderne
tentoonstellingszaal, waarna het museum in 1958 heropend kan worden. Nadat het nieuwe Museum
aan de Stroom (MAS) gereedkomt, sluiten de deuren van het Steen in 2008 en wordt de
collectie vanaf 2010 in het MAS tentoongesteld. Veel Antwerpenaren vinden dat bijzonder
spijtig.
Nadat in 2012 het Steen herbestemd werd tot Het Steen der wijzen als actief huis voor
denkers, doeners en dromers, wordt er thans gebroed op een nieuwe functie als toeristisch
onthaalcentrum, waarbij er een nieuwe moderne toren bij wordt gebouwd met een dakterras voor
uitzicht op de rivier naar plannen van architect Philippe Vierin en een aanlegsteiger voor
cruiseschepen voor de deur. Die verbouwing zou in 2018 starten en zo gaat de geschiedenis
weer weer stapje verder. Godsjumenas, zoals een Antwerpse krachtterm luidt, die is afgeleid
van Semini, dat wellicht Keltische ontmande beeldje boven de Steenpoort (foto rij
2).' Jonas Van Bael: 'Lelijk.'
Français English
|