Nederlands
Français
English
Missie
Links
Contact
Home
Bronnen
Privacy
Willekeurig Hitparade Per Plaats Per Soort
of Functie
Per Naam Per Element Per Stijl Per Persoon Vroeger en Nu
--> Hoofdblad --> Lijst van alle plekken Of Vorige
Men vindt deze plek vrij mooi! Gemiddelde score: 5.3 door 1982 willekeurig stemmers.
En U??? Stem op de plekken via Willekeurig
(Ref:0004330)
Toon map op Google Earth



Fontein bij Maria-Louiza te BRUSSEL-STAD / BRUSSEL / BELGIË
(Square Maria-Louiza)

Klik op de grote foto voor een maxi-formaat.

Fontein bij Maria-Louiza  BRUSSEL-STAD in BRUSSEL / BELGIË
Foto door Jan Boeykens (@Quernus)

Beschrijving van Fontein bij Maria-Louiza BRUSSEL-STAD in BRUSSEL / BELGIË:

Frits Schetsken: 'Oorspronkelijk is dit een zeer landelijk gebied met slechts een kronkelende zandweg die tussen de gehuchten Sint-Joost-ten-Node en Etterbeek de vallei van de Maalbeek volgt. Die beek zorgt ervoor dat een aantal watermolens kunnen draaien en zoekt zijn weg door verschillende waterplassen, waarvan de Hoeyvijver in Sint-Joost de grootste is met een oppervlakte van zeven hectare, ruim viermaal de huidige vijver. In 1725 wordt het zandpad bestraat dankzij financiële bijdragen van de bewoners van beide gehuchten en ontstaat de Etterbeeksesteenweg, waarbij het tracé meteen rechtgetrokken wordt en verschillende waterplassen worden gedempt. Deze omgeving wordt nu het doel van uitstapjes naar de buiten, wat het ontstaan van enkele herbergen ten gevolge heeft.

Dit arcadische gebied wordt in 1853 voor een groot deel ingepalmd door de stad Brussel, waardoor Sint-Joost-ten-Node zowat de helft van zijn oppervlakte verliest en de dwerg onder de Brusselse agglomeratiegemeenten wordt. Het is de bedoeling om in dit noordoostelijk van de hoofdstad gelegen gedeelte een nieuwe wijk aan te leggen, waarvoor architect Gédéon Bordiau in 1875 het plan uittekent. In plaats van het oorspronkelijke organische ontstaan van wegen en bebouwing, komt er nu een op de tekentafel ontworpen wijkaanleg met drie pleinen, de Marie-Louise-, Ambiorix- en Margaretasquares, onderling verbonden met rechte lanen, zodat er één perspectivisch geheel ontstaat. Vanaf die squares vertrekken kaarsrechte lanen naar het omliggende terrein. Officieel wordt van de Noord-Oostwijk gesproken, maar vandaag zegt iedereen ‘de Squares’.

Vooral om hygiënische redenen wordt de oppervlakte van de Hoeyvijver teruggebracht tot anderhalve hectare, waarbij de niervormige waterplas ingebed wordt in de Marie- Louisesquare, waarvan het westelijke deel over een stukje van de oude Etterbeeksesteenweg loopt. Deze vijver krijgt zijn water via enkele kleine watervalletjes, waarheen het vanuit bassins in hoger gelegen straten toevloeit. Dat water wordt aangevoerd door de Maalbeek en door een waterloopje dat uit Schaarbeek hierheen stroomt.

Bordiau wil deze square een pittoresk karakter geven, vandaar dat hij oorspronkelijk een eilandje in het water wilde aanleggen, maar dat idee is later afgevoerd en het is bij een rocaille-achtige rotspartij gebleven, waaruit een fontein opspuit. Die bereikt soms een hoogte van 15 meter, alhoewel er geen pomp wordt gebruikt, het is puur de waterdruk van de Maalbeek die het water ophoog stuwt. Aan de kant van de Ambiorixsquare is er in 1886 een artificiële grot in gewapend cement geconstrueerd door Brusselse aannemer Blaton- Aubert, waar de watervalletjes zich via drie openingen in de vijver storten. Het jaar daarop is er vis uitgezet in de vijver. Door de beplanting op de oevers slingert zich een pad, waarover je aan de rechte pleinzijde langs het water drie beeldhouwwerken ontmoet.

Op de ene hoek stuit je op een knielend echtpaar met een kind, een gezinstafereel in Carraramarmer dat onder de titel ‘Het ontstaan der natie’ in 1930 moest herinneren aan het begin van het Belgenland. Marius Vos heeft het drietal gerealiseerd. In het midden staat een tere naakte jonge nimf van keihard marmer met haar gitaar op de rug je uitdagend op te wachten. Dat is ‘De Cicade’ van Émile Namur en moet een allegorie van de zorgeloosheid verbeelden. Hij ontwierp dit beeld in kleiner huiskamerformaat voor de Brusselse Wereldtentoonstelling van 1897 om het als interieurkunst te kunnen presenteren. De grote meid hier kwam er in 1906. Op de andere hoek wordt eer bewezen aan luitenant- generaal Louis Bernheim, een joodse militaire held uit de Eerste Wereldoorlog, hier door Edmond de Valériola vorm gegeven in 1930.

Oorspronkelijk stonden rond deze water-en-groenzone fraaie herenhuizen in Vlaamse renaissancestijl, met toevoeging van vleugjes neoclassicisme, opgetrokken tussen 1886 en 1890. Daartussen stonden nog enkele kleinere woningen van de oude bebouwing langs dit deel van de vroegere Etterbeeksesteenweg. Bordiau had vijf meter voor de aanleg van voortuintjes ingepland, die dan met een voorgeschreven type hekwerk afgeboord moesten worden. Maar zijn landgenoten kennend, had hij erbij vermeld: ‘in grote lijnen te volgen’. Die voortuintjes hadden eigenlijk een verkeerstechnisch doel. Ze lieten de architecten van de woningen de kans creatief met torentjes, loggia’s en erkers om te springen om zo het pittoreske idee van de square te verhogen, zonder dat al die uitsprongen een stuk openbare weg innamen.

Waar zijn al die prachtige bouwsels? Goeie vraag, maar jammerlijk antwoord: ze zijn grotendeels vervangen door hoge appartementsgebouwen, de tol van de vooruitgang, nietwaar? Rond de andere squares en langs de zijstraten staan er gelukkig nog heel wat monumentale panden, met als bekendste het Huis Van Eetvelde aan de Palmerstonlaan, dat tijdens Open Monumentendagen nogal eens te bezichtigen valt.

Nog even de naam van deze square. Die verwijst naar Marie-Louise van Habsburg- Lotharingen, aartshertogin van Oostenrijk, dochter van keizer Franz II. Zij wordt de tweede vrouw van keizer Napoléon Bonaparte, wanneer hij in 1809 van Joséphine de Beauharnais is gescheiden omdat zij hem geen troonopvolger kan schenken. Zo zijn Italiaanse gezinshoofden nu eenmaal. En inderdaad, Maria-Louise zet een Napoléon II op de wereld, maar dat kind heeft na Waterloo geen enkele toekomst meer. Met z’n moeder loopt het toch nog goed af. Zij vergezelt haar echtgenoot niet naar Elba, maar trekt in 1814 naar Wenen, samen met haar 4-jarig zoontje, waar ze een enthousiaste ontvangst krijgt. Bij de regelingen van het Wiener Kongres na Waterloo sleept ze het hertogdom Parma uit de brand, waarover ze tot haar dood in Rome op 17 december 1847 als hertogin mag regeren. Napoléon II blijft in Wenen, verandert zijn naam in Franz en sterft op 22 juli 1832 in Schloss Schönbrunn aan tuberculose. Zijn moeder trouwt nog tweemaal, de eerste keer min of meer, met haar minnaar, de tweede keer officieel met haar opperkamerheer. Dus een vrouw die heel wat watertjes heeft doorzwommen en daarvoor dit passende en plassende plein krijgt.'



Français
English