Nederlands
Français
English
Missie
Links
Contact
Home
Bronnen
Privacy
Willekeurig Hitparade Per Plaats Per Soort
of Functie
Per Naam Per Element Per Stijl Per Persoon Vroeger en Nu
--> Hoofdblad --> Lijst van alle plekken Of Vorige
Men vindt deze plek vrij mooi! Gemiddelde score: 5.4 door 1894 willekeurig stemmers.
En U??? Stem op de plekken via Willekeurig
(Ref:0005511)




Sint Petrus- en Pauluskerk te MOL / BELGIË
(Markt 1)

Klik op de grote foto voor een maxi-formaat.

Vorige
foto
Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË
Foto door Jochem Baas

Volgende
foto

Klik op de kleine foto's om ze te vergroten.

Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË:
Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË: Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË:

Beschrijving van Sint Petrus- en Pauluskerk MOL / BELGIË:

Frits Schetsken: 'Een eerste kerkje moet hier tussen 774 en 825 zijn gebouwd in opdracht van de Noord-Franse abdij van Corbie, die het bestuur van de Voogdij Mol-Balen-Dessel uitoefent.

In 1494 stort de oude kerktoren in, waarna wordt gestart rond 1500 met de herbouw, waardoor we vandaag een zeer stevige toren zien. Oorspronkelijk stond er een 40 meter hoge spits op, omgeven door vier zijtorentjes, waardoor de toren een totale hoogte van 84m bereikte, na de toren van de Sint-Catharinakerk van Hoogstraten de hoogste der Kempen. Maar op 25 april 1765 slaat de bliksem in deze reus en de spits vat vlam. De torenromp zelf wordt hersteld door Egide Culp, maar toenmalige heer van Mol, de graaf van Isendoorn, is niet van plan veel uit te geven en daarom laat hij de toren bekronen met de huidige lage torenbedekking. Dat reduceert de hoogte van de Molse toren tot zo'n 55 meter.

De stevige toren heeft ook altijd, samen met enkele omringende schansen, een hoofdrol gespeeld bij de lokale verdediging. Het was een toevluchtsoord voor de bevolking en ook een mooie uitkijktoren om de vijand in het oog te houden.

In de toren is het Torenmuseum ingericht, dat vijf verdiepingen telt. Twee daarvan geven de evolutie van de Molse beiaard weer. Aanvankelijk bestaat de Molse beiaard uit tien klokjes uit 1928, dus eerder een soort klokkenspel om uren en kwartieren aan te geven. Onder impuls van Staf Nees en Frans Vos wordt in 1951 een nieuwe beiaard besteld bij de firma M. Michiels in Doornik. Daarbij worden de tien kleine klokjes omgesmolten. De nieuwe beiaard wordt op 12 augustus 1951 ingehuldigd en het totale gewicht bedraagt dan 12.679 kg met een zware do-klok van 2.932 kg. Veertien kleine klokjes maken eveneens deel uit van dit ensemble.
Wanneer na 15 jaar blijkt dat er corrosie en slijtage is opgetreden, geeft het gemeentebestuur in 1966 opdracht tot volledige vernieuwing en uitbreiding aan de firma Max Eijsbouts uit het Nederlandse Asten, in buurprovincie Noord-Brabant. Er worden twee zware klokken gegoten en ook het bovenste oktaaf met de kleine klokjes wordt vervangen bij de installatie in 1967. Nu hangen er 49 klokken met een totaal gewicht van 16.504 kg, met een grootste klok van 3.500 kg en een kleinste van 10 kilo brons. De veertien kleine Michielsklokjes zijn bewaard als museumstukken. De hele beiaard is bij die gelegenheid van 'do' overgeschakeld naar 'si-bemol', wat de muzikaliteit ten goed is gekomen, maar wel betekende dat alle bestaande klokken herstemd dienden te worden. De hoogste twee klokken vielen daardoor weg, maar er moesten twee zwaardere worden bijgegoten. In 1991 is nog een nieuw klavier geplaatst en is de overbrenging technisch aangepast.
Rond de beiaard is een loopbrug geconstrueerd, waarvan de bezoeker een fraai panorama op de Molse omgeving heeft.

Naast de beiaard omvat het Torenmuseum de kerkschat met zilverwerk en daarnaast gewaden, beelden, vaatwerk en schilderijen. Op de hoogste verdieping onder het 18de-eeuwse dakgebinte wordt de geschiedenis van de toren uit de doeken gedaan en is er ruimte voor thematentoonstellingen.

In 1852 laat pastoor De Wit zijn kerk vergroten in neogotische stijl met een nieuw koor, een kruisbeuk en twee portalen. Bij die vergroting zijn de oude pilaren aan de koorzijde opnieuw gebruikt, waardoor die nu wat bejaarder zijn dan de rest van het koor. De dochter van dokter Joris draagt niet haar steentje maar wel haar glaasje bij aan deze kerk, in 1895 zorgt zij voor nieuwe gekleurde glasramen. (rij 1 foto 5)

Interieur:

Tot de oudste stukken behoort een 15de-eeuws gotisch wijwatervat, dat waarschijnlijk oorspronkelijk als doopvont heeft gediend en het opschrift 'Memento mei o mater dei' draagt, woorden die ook bij Desiderius Erasmus voorkomen. Daarnaast is er een vroeg-gotisch Sint-Pietersbeeld en een kruislieveheer uit begin 16de eeuw.

In 1606 wordt het orgel geplaatst, dat Balthasar Rutgeerts uit Mechelen heeft geconstrueerd (rij 2 foto 5). De Meerhoutse beeldhouwer Andreas De Swerte zal het rond 1780 nog eens onder handen nemen en hij zorgt in één moeite voor biechtstoelen en een lambrisering.

Intussen is in 1564 de relikwie van de Heilige Doorn in Mol aangekomen vanuit de abdij van Corbie, waar deze sinds de 13de eeuw aanwezig is. Wanneer de Voogdij Mol-Balen-Dessel tussen 1564 en 1574 in bezit is van Godfried van Bocholtz, schenkt deze de relikwie aan de Molse kerk. Pastoor-deken Hubens zal zorgen voor een passend barok altaar, waar de relikwie veilig wordt opgeborgen. Artus Quellin zal in 1662 daar speciaal een mooi zilveren deurtje voor maken. Na de Eerste Wereldoorlog is dat altaar nog wat verder verfraaid met een marmeren blad en treden. Aanbidding van de relikwie helpt - het zal niet verbazen - tegen allerhande hoofdziekten en 15 augustus is de feestdag van de Doorn, waarvan uiteraard wordt gezegd dat die uit de doornenkroon van Christus komt, die tijdens de kruistochten is gevonden.

Uit de tweede helft van de 17de eeuw dateert de arduinen doopvont met koperen deksel en smeedijzeren hefboom.

Rond 1779 verrijkt pastoor-deken Van Dongen zijn kerk met het schilderij 'Het doopsel van de heilige Prisca' van Mechelaar Willem Herreyns. Daarnaast hangt hier nog een 'Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart' van de Antwerpse schilder Van der Jeucht en heeft de eveneens uit Antwerpen afkomstige beeldhouwer Jakob Van der Neer zijn best gedaan op een aantal houten beelden, die intussen uit de kerk gehaald zijn. Maar gelukkig is de marmeren communiebank uit 1773 van diezelfde Van der Neer bewaard gebleven. Er zijn ook twee portiekaltaren uit de tweede helft van de 18de eeuw en een koorgestoelte uit dezelfde periode. Een godslamp uit wit en zwart marmer met een zilveren kroontje is een gift uit 1808 van Maria Snoeckx, weduwe van lakenfabrikant Jan Dillen. Twee eeuwen eerder had notaris Joos-Deliën een royalere gift gedaan, namelijk een hoogaltaar. Maar dat is bij een gewijzigde smaak in 1888 vervangen door een ontwerp van Joris Helleputte, de grote architect van de neogotiek in Leuven. De te openen luiken van dit hoofdaltaar zijn pas in 1899 beschilderd door Ernest Wante.

Dan zijn er nog een preekstoel (rij 2 foto 3) uit 1884-'88 (of 1863-'66) die scènes uit het leven van Petrus uitbeeldt, gemaakt door Hendrik Peeters-Dievoort uit Turnhout, plus een ouder exemplaar uit de 17de eeuw.

En in 1898 schenkt baron Edmond van Eetvelde een Franciscusbeeld uit ivoor en Kongolees hout, dat onder het altaar van de Heilige Doorn ligt. De baron was door koning Leopold II tot staatsminister van Congo benoemd, vandaar die exotische materialen.

OUD-GEMEENTEHUIS

Het gemeentehuis staat pal voor de ingang van de kerk, wat dus een en ander zegt over de plaats die de Molse burgemeester en schepenen voor zich opeisten, maar we zitten dan ook tijdens de bouw in 1805 in de periode van het Napoleontische keizerrijk. Het concordaat tussen Napoléon Bonaparte en de paus stipuleerde reeds dat de Staat boven de Kerk staat, waarna op 2 december 1804 tijdens zijn kroning tot keizer door paus Pius VII in de Parijse Notre-Dame Napoléon de keizerskroon uit handen van de paus nam en zelf op zijn hoofd zette.

Het gebouw is van het Franse klassieke model, op de bovenverdieping bevonden zich het kabinet van de burgemeester en de raadzaal. Toen deze ruimten door de ingebruikname van een nieuw gemeentehuis in 1996 vrijkwamen, zijn ze ingericht als Historisch Museum. Voordat de Molse bestuurders hier terechtkonden, kwam de schepenkamer van de Voogdij Mol-Balen-Dessel bijeen in 'De Lelie', een huis elders aan deze Markt. Op de benedenverdieping is de linkerhelft in gebruik genomen door de Molse toeristische dienst. Daar kun je terecht ma.-vr. 9-12/13.30-16u. en van mei t/m augustus ook op zater- en zondag tussen 10 en 14u.'



Français
English