Een baksteen is een steen gemaakt uit 'gebakken' klei , meestal rood of geel van kleur (afhankelijk van de hoeveelheid kalk in de steen). De klei wordt opgegraven, daarna gekneed tot een homogene massa, vervolgens gevormd. Daarna laat men eerst de klei drogen om hem nadien te bakken (850 tot 1200 °C). De rode kleur wordt veroorzaakt door ijzerverbindingen. Indien er weinig zuurstof is tijdens het bakken kan de rode kleur overgaan in grijszwart. Bakstenen bieden een goede thermische isolatie en hebben speciale inertie-eigenschappen wat maakt dat zij uitermate geschikt zijn voor elk jaargetijde. Koel binnenin in de zomer en lekker warm in de winter. Zij hebben ook een grote vormstabiliteit omdat zij een zeer lage uitzettingscoëfficiënt hebben. Dat maakt dat zij weinig krimpen bij lage temperaturen of uitzetten bij warmte. Je kan een muur metsen van 40 m lang zonder dat je een krimpvoeg moet voorzien. Bakstenen muren van 19 cm dikte bieden een ongelooflijke brandweerstand van 6 uur (de hoogste klasse). Daarom worden gemetste muren al eeuwenlang gebruikt als scheidende brandmuren. In principe is een baksteen sponsachtig van structuur. Door de stenen bij het bakken erg dicht bij het vuur te brengen, wordt de structuur meer glazig doordat het materiaal in feite het smeltpunt bereikt. Dit proces heet sinteren. Door dit procédé toe te passen op zeeklei met zoute turf ontstaat er een groene glazuur. Dit bouwelement bestaat reeds +- 6.000 jaar maar werd voor het eerst op grote schaal gebruikt door de Romeinen. De bakstenen worden door middel van mortel samen gemetst tot een muur. Soorten baksteen: - gevelsteen - volle baksteen - holle baksteen - geperforeerde steen - handvormsteen - vormbakperssteen - strengperssteen - klampsteen - klinkaert - paepesteen - veldovensteen